Burger Partij Amersfoort ( BPA )

Fractie

College van B&W der Gemeente Amersfoort

T.a.v. mevrouw A. van Vliet-Kuiper

Stadhuisplein 1

3811 LM Amersfoort

Amersfoort, 22 februari 2003

 

Geachte mevrouw van Vliet-Kuiper,

Op grond van artikel 37 Reglement van Orde voor de Raad, wil de Burger Partij Amersfoort ( BPA ) graag de volgende vragen aan het college van B&W stellen.

Inleiding:

Er loopt op het ogenblik een aanvraag voor een Bouwvergunning voor het plaatsen van een Windturbine aan de Mgr. Van de Weteringstraat in Hoogland-West.

Dit gebied Hoogland-West zou in principe agrarisch en groen blijven en niet voor verdere bebouwing in aanmerking komen.

Recent zijn er ook plannen bekend geworden voor Windturbine locaties iets verder op richting Bunschoten langs de A-1. Deze Windturbines krijgen wellicht een as hoogte van 100 meter en een rotor diameter van 80 meter.

Onder de Burgers is enige ongerustheid ontstaan over de recente Bouwaanvraag in Hoogland West.

Vragen van de BPA:

  1. Wil het College aangeven tot welke maximale hoogte ( en welk maximaal Vermogen ) inwoners van een agrarisch buitengebied zoals Hoogland-West, bouwvergunningen kunnen aanvragen voor het plaatsen van Windturbines ?
  2. Vind het College dit niet in strijd met het landelijk en agrarisch karakter van het bestemmingsplan Hoogland-West ?

In afwachting van uw spoedige schriftelijke beantwoording

 

Namens de Burger Partij Amersfoort ( BPA ),

Ing. J. ( Hans ) van Wegen, Fractie voorzitter BPA.

_________________________________________________________________________________

ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 17 juni 2003)

_________________________________________________________________________________

  1. Ingevolge het bestemmingsplan Hoogland-West is ons college bevoegd om vrijstelling te verlenen voor het oprichten van windmolens ten behoeve van de energiewinning tot een hoogte van maximaal 15 m. De windmolens dienen binnen het op de plankaart aangegeven bebouwingsvlak te worden gesitueerd. Belanghebbenden worden door ons college in de gelegenheid gesteld om hun bezwaren tegen een voorgenomen vrijstelling kenbaar te maken. Het bestemmingsplan stelt verder als voorwaarde dat ons college advies inwint bij de Directeur Landbouw, Natuur en Openluchtrecreatie en de Regionaal Inspecteur Volksgezondheid voor de hygiene van het milieu. Indien ons college wil afwijken van een negatief advies dient vooraf een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten te zijn ontvangen (art. 6A, lid 5, sub e). Wat betreft de milieuregelgeving het volgende.Tenminste 4 weken voor het oprichten van de windmolen dient bij het Gewest Eemland een melding te worden gedaan in het kader van het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer. De installatie moet voldoen aan de veiligheidseisen opgenomen in de IEC 61400-2 "safety requirements of small windturbines"(uitgave 1996).Windmolens met een vermogen van meer dan 15 MW zijn milieuvergunningplichtig.
  2. Ons college is van mening dat in het bestemmingsplan een adequate vrijstellingsregeling voor het oprichten van windmolens is opgenomen. De regeling biedt voldoende mogelijkheden om rekening te kunnen houden met het karakter van het gebied.